Tweede congres Al-Andalus

Activiteiten

Vrijwilligerswerk in de Islam
(Een vertaling door Mr. R. Jabri van de lezing van de heer M.W. Jabri op het Tweede Congres van Vereniging Al-Andalus op 9 december 2007)
"De keuze voor het onderwerp 'vrijwilligerswerk' is niet gedachteloos tot stand gekomen. Integendeel, het is mij namelijk opgevallen dat vrijwilligerswerk in de praktijk helaas niet vaak voorkomt onder de minderheden.

 De minderheidsgroepen hebben mijns inziens immers de plicht om vooraan de rij te staan om vrijwillig diensten te verlenen in welke vorm dan ook. De reden hiervoor zal later in dit stuk naar voren komen. Verder heeft het onderwerp raakvlakken met maatschappelijke, politieke, morele en humanitaire onderwerpen. Iedereen zal bekend zijn met de term vrijwilligerswerk, echter zal ik proberen dieper in te gaan op de werkelijke betekenis en doel van het vrijwillig diensten verlenen.

 Vrijwilligerswerk is een van de belangrijkste pilaren van de samenleving. Het is het praktiseren van een humanitaire daad welke in relatie staat tot alles wat positief is. Vorenstaande geldt voor elke gemeenschap en in ieder tijdperk. Alleen de omvang, de bron, de richtingen en de beweegredenen verschillen per gemeenschap en per tijdperk. Zo is vrijwilligerswerk veel te vinden in moeilijke tijden zoals oorlog en weinig in tijden van rust en vrede. De vorm kan bestaan uit lichamelijke, beroepsmatige/professionele, maar ook uit materiële diensten. Wat de bron betreft, deze kan zijn vorm vinden in een individu of in een grotere groep wat bijvoorbeeld de staat kan zijn (hierbij kunt u denken aan sociale activiteiten). De beweegredenen kunnen humanitair, sociaal en/of politiek zijn. Bovendien hebben bepaalde personen het eenvoudigweg "in hun hart" om mensen bij te staan. Sommigen zijn zich hiervan bewust en doen vrijwilligerswerk moedwillig, anderen hebben een daad nodig om tot vrijwilligerswerk te komen. Een voorbeeld van dit laatste is als men met een ziekte te maken krijgt binnen de familie en op die manier een drang krijgt om mensen met de betreffende ziekte te helpen. De eerste variant, de moedwillige mensen, is helaas in deze tijd moeilijk te vinden.
Wat kenmerkt vrijwilligerswerk eigenlijk? De tegenprestatie, voor zover deze bestaat, is nooit materieel van aard. De tegenprestatie of beter gezegd het resultaat kan wel bestaan in sociale en/of symbolische voldoening; vrijwilligerswerk heeft meestal een sterk verband met menselijke doelen.
Meldenswaardig is dat vrijwilligerswerk niet afhankelijk is van de rijkdom van een gemeenschap maar wel van de morele status van de gemeenschap. Een gemeenschap reageert immers automatisch door middel van vrijwilligerswerk in het geval de normen en waarden dreigen te verwaarlozen of in het ergste geval dreigen te verdwijnen.
Men kent zoals ik eerder heb vermeld 2 hoofdvormen van vrijwilligerswerk:
-     de individuele; uit eigen initiatief maatschappelijke arbeid of gedrag van een individu, bijvoorbeeld het geven van les aan analfabeten of het doneren van gelden aan instellingen die les geven aan analfabeten;
-     de gezamenlijke; deze vorm is effectiever dan de eerste vorm daar men eenvoudigweg organisatorisch sterker staat en tegelijkertijd meer invloeden in de samenleving heeft. Alle individuele krachten worden op deze manier gebundeld onder één noemer. Een voorbeeld hiervan is het programma van de Verenigde Naties voor vrijwilligers. Volgens de VN is vrijwilligerswerk non-profit, niet beroepsmatige arbeid met het doel de leefstatus of de status van onderhoud van andere mensen te verbeteren, waar ook ter wereld.

Tot de tachtiger jaren was vrijwilligerswerk individueel dan wel gezamenlijk ongeorganiseerd. Vervolgens is deze ontwikkeld tot instellingen die diensten leveren aan de zwakkeren binnen de samenleving zoals dakloze jongeren, onerkende jongeren en handicapten. In de negentiger jaren werd het begrip vrijwilligerswerk uitgebreid in die zin dat ook de politiek werd benaderd door middel van vrijwilligerswerk. Een voorbeeld hiervan is het begrip NGO (non gouvermentele organisaties) welke door de VN is gecreëerd om een sterkere rol naast de staat te creëren voor dergelijke organisaties. Binnen het zojuist vermelde programma van de VN werken jaarlijks 4000 mannen en vrouwen van 140 verschillende nationaliteiten, met een zeer hoge mate van kennis en professionaliteit. Deze vrijwilligers werken in ontwikkelingslanden over de hele wereld. Opmerkelijk is dat 74% van voormelde 4000 een nationaliteit heeft van de ontwikkelingslanden waar wordt gewerkt. De rest komt uit de industriële landen. Meer dan de helft werkt in Afrika, een kwart in Azië en de rest in de Arabische landen en Latijns-Amerika. De gebieden waarbinnen de vrijwilligers werken zijn gezondheidszorg, landbouw, opvoeding, sociale zaken,beroepsopleiding, media en communicatie. Ten slotte nog een interessant gegeven: 2001 werd, na overleg tussen tal van landen, het jaar van vrijwilligerswerk. De reden hiervan was dat er veel vraag naar en behoefte aan vrijwilligerswerk was om op die manier in te grijpen in spoedeisende situaties en het realiseren van vrede.

Vrijwilligerswerk in de sharia (Islamitische wet) heeft de volgende definitie: alle vrijwillige inspanningen welke men verricht of juist nalaat zonder dat dit door de wet of iemand anders wordt verplicht. Deze daad kan lichamelijk, sociaal-maatschappelijk, intellectueel of spiritueel zijn. Een voorbeeld daarvan is het vrijwillig opstellen en begeleiden van allerlei soorten akten. Een tweede voorbeeld is het reinigen van overledenen, het redden van mensen in levensgevaar als verdrinking en brand, steun aan mensen ten tijde van speciale gevallen als bruiloft, reis of overlijden. Een andere vorm van vrijwilligerswerk is het nalaten van slechte daden jegens de medemens. Alle voornoemde daden, waarvan vooral de religieuze, zijn geworteld in de Arabische en Islamitische maatschappij. Dit heeft er voor gezorgd dat vrijwilligerswerk vaste waarde heeft verkregen.
Ik ga nu over tot het weergeven van een aantal verzen uit de koran en de overleveringen van de profeet (vrede zij met hem) die nogmaals het belang van vrijwilligerswerk benadrukken en definiëren als liefdadigheid. Allereerst lezen wij in de koran:
-     “En helpt elkander in deugdzaamheid en vroomheid maar helpt elkander niet in zonde en overtreding” (Al-maida 2)
-     “Maar hij, die vrijwillig goed doet, zal hem goed doen” (Al-bakara 184)
-     “en die van zijn vermogen geeft uit liefde voor Hem aan de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven” (Al-bakara 177).

Daarnaast staat in de overleveringen van de profeet:
-     Allah heeft uit zijn dienaren gekozen welke mensen zullen steunen. Hij heeft in hun hart de liefde voor het goede gepland en het goede houdt van hen. Dat zijn de mensen welke zijn gered van het vuur op de dag des oordeels.
-     Met je broeder mee gaan om zijn belangen te behartigen, is beter dan 100 gebeden in de moskee van de profeet.
-     De beste mensen, zijn die de anderen van nut zijn.
Voor de goede orde moet ik erbij melden dat de laatste overlevering geldt voor alle mensen en derhalve niet slechts voor de moslims.
-     de lach in het gezicht van je broeder, staat gelijk aan 1 aalmoes.
Dat betekent dat ook een symbolische aalmoes zijn waarde heeft. Dit omdat men in bepaalde gevallen een aalmoes geeft terwijl men het geld zelf heel hard nodig heeft, wellicht zelfs meer dan degene aan wie de gift is gericht.
Nu nog  een concreet voorbeeld uit de koran. Het verhaal van Doel Qarnajn.
"Totdat hij tussen twee bergen kwam, waar hij een volk aantrof dat amper een woord verstond.
Zij zeiden: O Doel-Qarnain, Gog en Magog stichten onheil op aarde, mogen wij u dan schatting betalen mits gij een afscheiding tussen hen en ons opricht?Hij antwoordde: De macht waarmee mijn Heer mij heeft bekleed is beter, doch gij kunt mij met lichamelijke kracht helpen. Ik zal tussen u en hen een sterke afscheiding oprichten.Brengt mij blokken ijzer. Zij deden dit totdat hij de ruimte tussen de beide rotsen had opgevuld; toen zeide hij: Blaast. Totdat het ijzer wit gloeiend werd, nu zeide hij: Brengt mij gesmolten koper, opdat ik het er overheen giete.
Derhalve waren zij (Gog en Magog) niet (meer) in staat er overheen te klimmen, noch waren zij bij machte er doorheen te graven."(93-97 Al-kahf) Doel Qarnajn heeft zoals in voormelde verzen verwoord, zich vrijwillig ingezet door een dam te bouwen tussen twee partijen. De vraag of hij betaalt wil krijgen, beantwoordde hij negatief. De beloning bij Allah is immers groter dan welke beloning dan ook.
Een ander voorbeeld:
"Aldus vervolgden zij hun weg totdat zij bij de inwoners ener stad kwamen aan wie zij om eten vroegen, doch dezen weigerden hun gastvrijheid te betonen. Nu vonden zij daar een muur, die op het punt stond in te storten en hij herstelde deze. Mozes zeide: "Indien gij wilde, had gij er loon voor kunnen vragen."(77 Al-kahf)
In dit voorbeeld zette de geleerde metgezel van de profeet Mozes zich vrijwillig in door een muur te herstellen die op het punt stond in te storten. Dit ondanks het feit dat de inwoners van de stad hen niet wilden helpen. Zijn beloning hiervoor was wederom niet materieel, maar was in de vorm van ‘pluspunten’ voor het hiernamaals.

Ten slotte nog een aantal korte praktische voorbeelden.
-     De profeet (VZMH) nam deel aan de bouw van de eerste moskee. Hetzelfde gold voor de metgezellen.
-     De kalief (opvolger van de profeet) Abou Bakr was tijdens de periode van de profeet gewend om voor de buren geiten te melken. Toen hij khalief werd, maakten de buren zich ongerust. Zou de khalief nog steeds voor hen de geiten blijven melken? Het antwoord moge duidelijk zijn. Uiteraard bleef hij dit doen.
-     Kalief Omar Ben Khattab en zijn vrouw stonden een vrouw bij tijdens een bevalling. Haar man stond buiten te wachten toen de kalief langsliep en de laatste vroeg naar de oorzaak van het gegil van de vrouw. De man vertelde hem dat hij van het platteland kwam en zijn vrouw alleen aan het bevallen was. Hierop snelde de kalief naar zijn vrouw (Oem Kaltoem, de dochter van Ali) en vroeg haar om kleding en voedsel mee te nemen voor de vrouw en het kind. Hij droeg zelf het eten en kookte dat buiten terwijl zijn vrouw de bevalling bijstond.
-     De derde kalief Othman Ben Afan hield veel van God en zijn profeet, hij heeft veel vrijwillig diensten verricht in diverse situaties. Iedereen herdenkt hem als een vrijgevig mens. Zelfs de moeders in die tijd die met hun kinderen speelden, zongen het volgende wijsje: ik hou van je en van God, zoals de stam Quraisj van Othman houdt.
-     Ali Ibn Abi Taleb, de neef van de profeet (VZMH), veegde toen hij kalief was zelf de staatskas en bidde erin, in de hoop dat God zijn werk zou aanvaarden.

Op deze wijze participeerden onze voorouders, de profeet, zijn metgezellen en de geleerden aan de samenleving. Tot in zekere mate vinden wij vandaag de dag nog steeds voorbeelden van dit sociale engagement in de vorm van het onderwijzen van mensen op het gebied van godsdienst, taal et cetera. Anderen zetten zich in voor het verzorgen van armen en ouderen. Weer anderen stellen zich beschikbaar om mensen (o.a gevangenen) juridisch bij te staan in situaties waar dat vereist is. Ten slotte zijn er weer individuen die zich toewijden aan bezoeken van zieken. Dit uiteraard met het oog op het mentaal steunen van deze mensen, hun hoop, liefde en tijd te schenken.
Ik hoop dat alle voormelde voorbeelden uit onze geschiedenis een stimulans is voor ons, in onze hoedanigheid van minderheidsgroep in het westen, om te tonen dat wij bekwaam zijn om vrijwilligerswerk uit te oefenen, op alle gebieden en in welke vorm dan ook. Daarenboven dienen wij mogelijkheden en middelen te ontwikkelen door de samenwerking met andere verenigingen en instellingen. Bovendien hoop ik dat het congres van Al-Andalus tevens wordt gekwalificeerd als een directe oproep tot een daadwerkelijke participatie in welke vorm van vrijwilligerswerk dan ook, waar ieder mens zijn voordeel bij heeft."