Elke moskee levert de Nederlandse samenleving ruim drie ton per jaar op. Dat blijkt uit het rapport ’Moskeeën gewaardeerd’, dat in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken is opgesteld. Alle 457 moskeeën zijn samen goed voor 150 miljoen.
De opsteller van het rapport, onderzoeker Jaap van der Sar, heeft een methode ontwikkeld om de geldwaarde van vrijwilligerswerk in beeld te krijgen. Om de waarde te bepalen zijn activiteiten binnen en vanuit moskeeën voorzien van een tarief; dat is ontleend aan vergelijkbare activiteiten in de zorgsector. Het ’maatschappelijk rendement’ is het bedrag dat de samenleving uitspaart: als de moskee het niet had gedaan, had de samenleving er voor moeten opdraaien, is de redenering. Zo telde Van der Sar het vrijdaggebed en het dagelijks vijfmaal bidden niet mee, maar Nederlandse taalles in de moskee wel.
Eerder becijferde Van der Sar voor de oecumenische instelling Oikos, gespecialiseerd in veranderingen in de Nederlandse maatschappij, hoeveel de samenleving zou moeten betalen als ze het werk van kerken over zou nemen. In Utrecht waren alleen al de protestantse gemeenten goed voor een half miljoen elk. Per jaar.
Typisch godsdienstige activiteiten als preken en bidden leveren geen cent aan maatschappelijk rendement op, hoeveel waarde gelovigen er ook aan toekennen. Maar het voorbereiden van een maaltijd na het vrijdaggebed, dat telt weer wel mee. Het „faciliteert het ontmoeten”, zegt Van der Sar. Daar zou de gemeente anders een buurthuis plus beheerder voor moeten betalen. Ontmoeting stimuleert nu eenmaal de ’sociale cohesie’.
Soms profiteren anderen van religieuze activiteiten. Neem het Offerfeest, waar armen vlees uitgedeeld krijgen. Zo wordt toch nog de waarde van een derde van de religieuze activiteiten bijgeschreven onder de post ’maatschappelijk belang’.
Sociaal-culturele activiteiten als een handwerkochtend voor vrouwen of de viering van een feest uit bijvoorbeeld Marokko tellen zwaarder mee. Charitatieve activiteit ’vangt werk weg voor andere maatschappelijke instanties, zoals de sociale dienst’.
Het rapport wijst op de soms problematische kanten van de islam in Nederland. Islamitische waarden kunnen botsen met westerse, seculiere, er is soms twijfel aan de integrerende functie van moskeeën (en imams), en de politieke rol die moskeegemeenschappen hier en daar (willen) spelen, is inzet van debat.
Maar tot een verrekening daarvan komt het niet. Neem het religieus onderricht. Daarin worden normen en waarden overgedragen. Of, zoals het rapport het zegt: „Er is een bepaalde waarde toegekend aan lessen uit en over de Koran en de Hadith” (overleveringen over Mohammed).
Wat echter als daar opvattingen worden uitgedragen over vrouwen en homo’s, die indruisen tegen wat hier doorgaans als gewenst geldt? Onderzoeker Van der Sar: „Maar dat geldt binnen de gereformeerde gemeenten ook. Wij onthouden ons van een oordeel over de inhoud van de normen en waarden.”
Van het bezoeken van gevangenen en zorgen voor hun reïntegratie becijfert het rapport de tegenwaarde. Dat de bajespopulatie voor een bovengemiddeld deel bestaat uit islamitische delinquenten, erkent Van der Sar. Maar kosten maken geen deel uit van de berekening. Het rapport is, zegt hij, een jaarrekening met een opsomming van de baten. „Van de kerk schrijven we toch ook niet op dat Siebelink en ’t Hart er een trauma hebben opgelopen?”
Een gemiddelde kerk in Utrecht levert per jaar ruim een half miljoen op; een migrantenkerk in Den Haag slechts een tiende daarvan. Van der Sar: „Veel leden van migrantenkerken weten niet eens of ze hier een verblijfsstatus krijgen. Dan heb je wel wat anders aan je hoofd dan de armoede in Wassenaar-Zuid. Ze hebben hun handen vol aan de opbouw van de eigen gemeenschap. Net als gereformeerde Hollandse emigranten in Canada.”
Moskeeën zitten qua ’waarde’ tussen beide categorieën in, en zitten dichterbij de Utrechtse protestanten. „Dat danken ze aan hun grootte”, denkt de onderzoeker. „Migrantenkerken hebben vaak vijftig, zestig leden.” Volgens het rapport bestaat een moskeegemeenschap gemiddeld uit 416 mensen met 41 vrijwilligers. Van der Sar: „Dan kun je veel organiseren.”
Het totale rendement van de moskeeën leidt Van der Sar af uit de zestien onderzochte, representatieve godshuizen van uiteenlopende snit: van Surinaams tot Turks, van gematigd tot salafistisch. Het vrijwilligerswerk dat er gedaan wordt én dat maatschappelijk rendement oplevert, is omgerekend naar alle 457 Nederlandse moskeeën 150 miljoen euro waard. Vertaald in voltijdsbanen: 2600.
Moskeeën, stellen Van der Sar en de zijnen, leveren een ’grote bijdrage’. En die is, aldus het rapport, „voor de samenleving bijna gratis.”
TROUW - Lodewijk Dros