Imam Jabri spoort jongeren aan om kansen te grijpen

Maatschappelijke

Mohammed Wahid Jabri, imam van de Arrahman moskee in De Bilt, is tot Lid in de Orde van Oranje Nassau benoemd. Hij ontving de onderscheiding op 29 april 2010 uit handen van burgemeester imamGerritsen voor zijn werkzaamheden als imam en zijn vrijwilligersactiviteiten in de gemeente De Bilt. door Lilian van Dijk

Imam Jabri werd geboren in Marokko in 1954. Sinds 1985 woont hij in Nederland. ‘In mijn eigen land heb ik Theaterwetenschappen en Frans had gestudeerd. Ik heb daar onder meer gewerkt als docent in het basis- en middelbaar onderwijs. Op een gegeven moment las ik een advertentie van het Nederlands consulaat. Ze waren hard op zoek naar leraren die naar Nederland wilden komen om Arabische les te geven aan kinderen van Arabische afkomst. Ik heb gesolliciteerd en werd uitgenodigd door de gemeente Utrecht om daar te komen werken. Ik herinner me nog goed de grootse ontvangst met bloemen op Schiphol.’

Tot 2005 was hij leraar Eigen Taal en Cultuur in Utrecht. Daarnaast was hij acht jaar lang freelance Islamitisch Geestelijk Verzorger in penitentiaire inrichtingen in Utrecht en Nieuwegein, de penitentiaire Inrichting voor Vrouwen Nieuwersluis, het Pieter Baan Centrum en het E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk Onderzoek. Ook raakte hij betrokken bij de moskeeën in Utrecht en omgeving. ‘Ik begon in de moskee Overvecht.’ Van 1988 tot 1998 gaf hij Koranlessen en uitleg van de Koran in Utrecht en omgeving. ‘Ik heb me in Nederland ontplooid tot een actief en betrokken mens. Ik ben lid van de Vereniging van Imams in Nederland en ben van 1998 tot 2000 Tweede Secretaris geweest.’ Jabri geeft al jaren op vrijwillige basis lezingen, preken en lessen voor kinderen en volwassenen in verschillende moskeeën, kerken en culturele centra.

Al-Andalus

In 2001 werd Jabri imam van de Arrahman moskee in De Bilt. Hij ging toen ook in Bilthoven wonen. ‘Ik zag alleen maar volwassenen in de moskee, daarom ben ik op zoek gegaan naar de kinderen. Een klein aantal jongeren hing zaterdagavond rond op de Hessenweg, ontdekte ik. Met hulp van Allah heb ik een stuk of veertig jongens kunnen bereiken. Zij komen nog steeds op zaterdagavond naar de lessen. Omdat de meesten nu getrouwd zijn, komt hun vrouw ook mee.’ Met deze groep jongeren richtte Jabri de vereniging Al-Andalus op. Ook richtte hij een voetbalteam op om ze van de straat te houden. ‘Ik wilde dat ze goede, hoog opgeleide burgers zouden worden en ook goede moslims.’ Zijn inspanningen zijn beloond. ‘In die groep zitten nu twee huisartsen, een kandidaat-notaris, een apotheker, architecten. Ze hebben een voorbeeldfunctie gekregen. Mijn boodschap aan de politiek is, dat ook moslims goede burgers zijn.’
Jabri werkte ook aan de relatie tussen zijn geloof en andere geloofsgemeenschappen. ‘Vanaf 2002 heb ik een goede samenwerking met de Raad van Kerken. Elk jaar komen op 1 januari alle geloven bij elkaar in een kerk in De Bilt om samen het nieuwe jaar te vieren. Dat heet het Vredesgebed.’

Meisjes en vrouwen

Jabri legt uit waarom sommige moslimgemeenschappen niet willen dat meisjes een opleiding krijgen of getrouwde vrouwen een baan hebben. ‘Er zijn mensen die een eigen interpretatie hebben van het geloof, die voortkomt uit oude tradities. Ze denken dat meisjes en vrouwen thuis moeten blijven. Maar in de Koran staat dat de man gelijk is aan de vrouw. Je moet dus onderscheid maken tussen geloof en traditie. Het geloof verbiedt niet dat een meisje naar school gaat.’ Zelf vindt hij dat meisjes een goede opleiding moeten krijgen. Zijn dochter Sara is bijvoorbeeld Frans docent en onderwijsontwikkelaar talen aan een plaatselijke onderwijsinstelling. ‘Maar als een vrouw kinderen krijgt, dan heeft de opvoeding prioriteit boven het werk. Eigenlijk hoort ze betaalt te krijgen voor het opvoeden van de kinderen en het verrichten van huishoudelijk werk.’ In de Nederlandse maatschappij wordt daar anders tegenaan gekeken. ‘Ik maak me zorgen om kinderen die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in een crèche zitten en, als ze wat ouder zijn, voor en na schooltijd worden opgevangen. Wat krijgt zo’n kind nog mee van zijn ouders? De vaders en moeders zijn ’s avonds uitgeput door hun werk. Het kind heeft geen band meer met de familie. De islam zorgt dat die band juist sterk wordt.’ Jabri is er niet op tegen dat vrouwen parttime werken. ‘Dat moet je per geval bekijken. Voorop moet staan dat er genoeg tijd overblijft voor de kinderen.’ De jeugd van nu baart hem eveneens zorgen. ‘De nieuwe generatie pakt niet eens meer een boek om te lezen. Ze zijn helemaal leeg van binnen. Je moet als volgende generatie iets betekenen voor de mens; in dienst van de mens staan. Nieuwe ouders moeten sterk in hun schoenen staan.’ Dat probeert hij te bereiken met zijn lessen aan de leden van Al-Andalus. ‘Sommigen van hen hebben al kinderen. Ik probeer te zorgen dat ze goede ouders worden.’ Hij is blij met de erkenning die hem door de Nederlandse staat is betoond in de vorm van de koninklijke onderscheiding. ‘Het was een van de grootste verrassingen van mijn leven. Ik ben er heel trots op.’