Voorzitter, M.W. Jabri, van Al-Andalus heeft donderdag 29 april een koninklijk lintje mogen ontvangen.De heer Jabri heeft deze onderscheiding ontvangen voor zijn werkzaamheden als imam in De Bilt en zijn vrijwilligersactiviteiten sedert 1998 al dan niet aan zijn functie gerelateerd.
Door zijn toedoen en initiatieven wordt een brug gebouwd tussen de zogenaamde allochtonen en autochtonen in gemeente De Bilt. Daarnaast was hij één van de eerste 'Wijze Vaders' die trachtte de Marokkaanse jeugd te wijzen op haar gedrag en dat in positieve zin om te buigen. Hij probeert begrip te kweken voor elkaars denkbeelden en religie. Daarenboven was hij de initiatiefnemer voor oprichting van de jongerenvereniging Al Andalus, welke vereniging het "bruggen bouwen" nastreeft door middel van een periodiek blad, jaarlijks congres alsmede sportoernooien. Tenslotte ondersteunt hij vanaf het begin op de achtergrond het Platform Respectvol Samenleven in De Bilt.
Toespraak van de burgemeester van De Bilt, de heer A.J. Gerritsen, bij de uitreiking van de Koninklijke onderscheidingen, toegekend bij de Algemene Gelegenheid 2010, op donderdag 29 april 2010 te Bilthoven (onder voorbehoud van de gesproken tekst).
MOHAMMED WAHID JABRI (55, BILTHOVEN, LID IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU)
Bij verschillen in de samenleving heb je mensen nodig die in staat zijn die verschillen te duiden en te overbruggen. Mensen die door hun wijsheid en hun ervaring inzien hoe een samenleving behoort te werken. Mensen die begrijpen dat woorden als ‘waardering’ en ‘respect’ niet inhoudsloos gebruikt mogen worden, maar een lading, inhoud, moeten hebben. De heer Mohammed Wahid Jabri is zo’n mens. Als imam van de Islamitische Gemeenschap De Bilt staat hij vooraan in een Biltse geloofsgemeenschap. Naast alle inzet die daar - laten we zeggen - aan de binnenkant voor nodig is op het gebied van geestelijke zorg, tekstuitleg en begeleiding van geloofsgenoten, levert de heer Jabri ook een belangrijke maatschappelijke inzet aan de buitenkant van de moskee. Hij is actief betrokken bij de dialoog tussen de Biltse kerken en de islamitische gemeenschap. Dat doet hij in woord en daad.
Door deel te nemen aan het multireligieuze Nieuwjaarsvredesgebed, door het organiseren van voetbaltoernooien tussen vertegenwoordigers van de verschillende geloofsgemeenschappen en door het vertellen over de islam als religie. Hij schroomt daarbij niet (mits dat op gepaste en fatsoenlijke wijze gebeurt) de discussie aan te gaan over de maatschappelijke positie van de islam. De islam wordt immers door sommigen bestreden en er is zorg over de politieke betekenis die sommige gelovigen aan de islam verbinden, terwijl de islam een oprecht geloof, een levensovertuiging van velen in ons land is.
Mijnheer Jabri, u bent door de manier waarop u uw rol in onze gemeenschap speelt een bijzondere man. U bent trots op uw afkomst, trots ook op uw geloof. Maar uw trots is geen fanatisme en uw trots is geen aanleiding tot afzondering of uitsluiting. Integendeel: u zet zich op veel vlakken in voor het aanbrengen van begrip, van verstandhouding tussen verschillende maatschappelijke stromingen. U bent een bruggenbouwer.
Een belangrijk wapenfeit daarbij is uw aanzet tot de oprichting van de Vereniging Al-Andalus. In deze vereniging komen veelal Marokkaanse jongeren samen in hun beleving van de traditie waarin ze staan en de geschiedenis waaruit ze voortkomen, maar wordt ook gesproken en nagedacht over de tradities van anderen en de positie van de moderne Marokkaanse jongere in de Westerse samenleving. Niet alleen onderling, maar ook samen met autochtone Nederlanders. De belangrijkste doelstelling is namelijk dat de kloof tussen allochtone en autochtone burgers door dialoog wordt tenietgedaan. Uw rol daarbij is leidend. U ziet het belang van gesprek, van begrip en van waardering van ieders herkomst. Met dat leiderschap draagt u in geweldige mate bij aan de versterking van de samenleving. Uw inzicht, uw werk, uw inzet máken het weefsel van hoe we in vrede en met begrip met elkaar kunnen samenleven. En niet alleen wij, maar ook onze kinderen en hún kinderen.
Wat u deed en doet is niet onopgemerkt gebleven. Veel mensen en instellingen hebben de waarde van uw werkzaamheden benadrukt. In de kring van cultuur, politiek, geloof en zorg. Het is dan ook verheugend dat die nadruk nog eens bevestigd wordt door het feit dat Hare Majesteit de Koningin u heeft benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.