Istanbul 2010

Activiteiten

Reisverslag Istanbul 2010
Het is inmiddels een vast onderdeel van de agenda geworden, een buitenlandse excursie met de leden van vereniging Al-Andalus. Na in het verleden korte excursies te hebben gemaakt naar o.a. Luxemburg, de Ardennen en Praag was dit de eerste keer dat wij met de volledige groep een vliegreis hebben gemaakt met als bestemming: Istanbul.

 

Donderdag:
We vertrokken woensdagnacht om 01.00 uur uit De Bilt met de auto richting het vliegveld Charleroi-Gosselies. Ons vliegtuig vertrok al vroeg in de ochtend dus was het een noodzaak om rond dit tijdstip te vertrekken. Eenmaal in het vliegtuig nam iedereen zijn rust om bij te komen van toch wel een zware nacht. De komende zes dagen zouden in ieder geval niet in het teken staan van studeren, werken en alles wat daar bij hoort. Dit gold helaas niet voor iedereen. Een aantal jongens (waaronder wij) hadden hun studieboeken meegenomen in de hoop nog wat werk te kunnen verrichten tijdens de excursie. In mijn geval (Ali) was dit eigenlijk nutteloos, want hier in Nederland aangekomen moest ik het allemaal maar nog eens bestuderen. Voor Andalusiër Mohamed Ahdi begon de vakantie pas echt na de vliegreis. Tijdens de vliegreis was namelijk iemand onwel geworden en gezien de gelofte die  een arts moet afleggen was Mohamed er meteen bij om zijn medische kennis beschikbaar te stellen. Het was even schrikken, maar gelukkig voelde de man zich al gauw beter en kon hij ook van  zijn vakantie gaan genieten.
Om half 11 in de ochtend kwamen wij aan in Istanbul. Vanaf hier moesten we nog anderhalf uur in de bus zitten richting het hotel in de wijk ‘Sultan Ahmet’. U kunt begrijpen dat bij aankomst iedereen toch wel vermoeid was, dus na een snelle maaltijd nam Al-Andalus de mogelijkheid om de rust te pakken. Bovendien was de eerste excursiedag programmavrij dus iedereen kon goed bijkomen van de reis. Veel leden hebben echter de mogelijkheid genomen om lekker in het zonnetje bij te komen. Het was een zonnige dag en een goed begin van de excursie.
Vrijdag:
Deze dag begon vroeg. Na het ontbijt in het hotel hebben wij de Süleymaniye-moskee bezocht. De Süleymaniye-moskee is een grote moskee in Istanbul. De moskee werd ontworpen door de architect Sinan in opdracht van de Ottomaanse sultan Süleyman I. De bouw duurde van 1550 tot 1557. Omdat de moskee hoog boven de stad uit torent, krijg je het idee dat het de grootste moskee van de stad is. In feite is hij echter iets kleiner dan Hagia Sophia (ook wel bekend als Aya Sofia). Nadat de Hagia Sophia begin 20e eeuw in een museum werd veranderd, werd de Süleymaniye-moskee wel de grootste moskee van Istanbul.
Na de Süleymaniye-moskee te hebben bezocht was het tijd voor het vrijdaggebed. Hiervoor gingen we naar de Al-Fatih moskee. In deze moskee werd de ‘Salaat Aldjanaza’ (het dodengebed) verricht voor de overledene van de vredesvloot richting Palestina. Het verrichten van het dodengebed is een belangrijke handeling voor moslims. Alhoewel het geen verplichting is voor iedereen, biedt het wel de mogelijkheid om stil te staan bij je medemens. Het was dan ook erg goed om te zien dat veel mensen de tijd namen voor dit gebed. Na het gebed gingen we gezamenlijk lunchen in de buurt van de moskee om vervolgens naar de grootste bazaar ter wereld te gaan. Dit leek ons in eerste instantie een sterk verhaal, aangezien er vast wel meerdere landen zijn die hetzelfde beweren, maar eenmaal aangekomen is alle twijfel weggenomen. In totaal waren er meer dan vierduizend winkels. Je vond er juwelen, kruiden, tapijten, kleding, kortom alles wat je op een markt verwacht. Bovendien waren de verkopers erg vriendelijk. Alhoewel, zodra ze wisten dat je uit Nederland kwam kreeg je al snel te horen ´Kijken kijken, niet kopen´. Blijkbaar staan ook in Istanbul Nederlandse toeristen erom bekend dat ze graag kijken, maar niet kopen. Voor velen was de bazaar één van de hoogtepunten van de excursie. De Osmaanse kraampjes en de bijzondere vriendelijke mensen zorgden voor een gezellige sfeer.
De rest van de avond hadden we een vrij programma. Voor sommige een mogelijkheid om uit te rusten, voor velen de mogelijkheid om lekker op het terras te genieten van het zomerse weer.
Zaterdag:
Zaterdagochtend heeft Al-Andalus gezamenlijk ‘salaat Alfadjr’ (ochtendgebed) in de blauwe Moskee gebeden. Het was erg indrukwekkend om de moskee bij zonsopgang te zien. Na het gebed had iedereen nog een aantal uren om te slapen, want op de zaterdag stond een druk programma gepland.
Na het ontbijt hebben we het ‘Topkapi Paleis’ bezocht. Het Topkapi paleis is een uitgebreide gebouwencomplex. Het paleis diende tot 1839 als officiële ontvangstverstek van de sultans. Het oorspronkelijke paleis bood ooit werk en verblijf aan meer dan 50.000 mensen en was dus een stad in de stad. Het paleis was aldus het centrum van de Osmaanse heerschappij en dit was erg goed terug te zien. De totale oppervlakte van het paleis omvatte vier hoven en het haremgedeelte. De harem is misschien wel het best te omschrijven als de ‘tijdmachine’ van de Osmaanse kunst. Het omvat de privévertrekken van de sultan en diens uitgebreide familie. Doordat de privévertrekken tot het midden van de 18e eeuw stelselmatig zijn uitgebreid en aangepast geven zij van elke tijd wel iets weer: de perioden van een overdaad aan versieringskunst, maar ook de periode waarin gezocht werd naar de zuiverheid van de eenvoud. Dit gaf het opvallende resultaat dat sommige kamers overdreven waren gedecoreerd, terwijl het in andere kamers weer erg somber was. Het Topkapi paleis beschikt over bijzondere fonteinen en vijvers en bovendien heb je een prachtig uitzicht over de stad en de Bosporus.
Na het indrukwekkende bezoek aan het Topkapi Paleis zijn we gezamenlijk terug naar het hotel gegaan om vervolgens met de boot naar één van de prinseneilanden te gaan net buiten Istanbul. De tocht naar het eiland duurde weliswaar anderhalf uur, echter was het gebied waar we doorheen vaarden beeldschoon. Eenmaal aangekomen was het de bedoeling om het eiland te bezichtigen, echter veranderde de planning direct toen er een voetbalkooi werd gesignaleerd door een aantal jongens. Wij hadden (natuurlijk) een bal meegenomen en zodoende konden we lekker voetballen. Aan het einde van de partij voelden we een aantal druppels regen en op de terugweg richting Istanbul begon het al aardig te regenen. Vanaf dit moment kwamen wij de zon eigenlijk maar sporadisch tegen. De opeenvolgende dagen waren allemaal regenachtig, maar dit mocht de pret natuurlijk niet bederven.
Eenmaal aangekomen in Istanbul pakten wij de tram richting het hotel en hadden we na een gezamenlijk diner een vrij programma. Gezien de weersomstandigheden zijn veel leden thuis gebleven.
Zondag:
Ook zondagochtend heeft Al-Andalus gezamenlijk ‘salaat Alfadjr’ (ochtendgebed) in de blauwe Moskee verricht.  Na het ontbijt hebben we het ‘Dolmabahce paleis’ bezocht. Dit paleis, gelegen aan de westelijke Europese zijde van de Bosporus, diende in de tijd van het Ottomaanse Rijk als administratief centrum. De Sultans zijn uit het oude ‘Topkapi paleis’ weggegaan omdat het ontbrak aan alle moderne luxe, waar het ‘Dolmabahce paleis’ wel in voorzag. Het paleis heeft namelijk een oppervlakte van 45.000 vierkante meter en bestaat uit 285 kamers, 46 zalen, 6 badkamers en 68 toiletten. Het paleis herbergt de grootste kroonluchter ter wereld, een geschenk van koningin Victoria. De kroonluchter weeg 4,5 ton (!) en bevat 750 lampen. Het paleis werd door Atatürk in zijn laatste levensjaren bewoond, alwaar hij tevens is overleden, zijn kamer maakt tegenwoordig deel uit van het museum.
Na de rondleiding hebben we het gebed verricht in een moskee vlakbij het paleis. Daarna gingen we lunchen in Taksim (de grootste winkelstraat van Istanbul). Op het programma stond een bezoek aan het Aziatisch gedeelte van Istanbul gepland. Door de hevige regenbuien was dit echter niet verstandig. Iedereen mocht de middag zelf opvullen. Een aantal jongens wouden toch naar het Aziatische gedeelte van Istanbul gaan, andere kozen ervoor om in Taksim te blijven, weer andere (waaronder wij) kozen ervoor om naar de hamam te gaan. Mocht u in de toekomst naar Turkije gaan, dan raden wij u sterk aan een hamam te bezoeken. In Turkije heeft een hamam namelijk naast een reinigende functie ook echt een sociale functie. Wat volgde was een zeer ontspannende maar tevens zeer vermakelijke middag.Ook in de avond hadden we helaas last van zware regenbuien. Hierdoor zijn veel leden weer thuis gebleven.
Maandag:
De maandag begon zoals gewoonlijk met het gebed in de Blauwe Moskee. Na het ontbijt stond er op het programma dat we het museum van Arabische kunst en cultuur zouden gaan bezoeken. Echter kwamen we erachter dat deze op de maandag gesloten is en onze imam (dhr. Jabri) besloot vervolgens dat we de rest van de dag vrij konden nemen. Dit was toch wel een aangename bijkomstigheid aangezien velen van ons de Grote Bazaar nogmaals wilden bezoeken om extra souvenirs mee terug te nemen naar Nederland. Tegen het middaguur waren we alweer terug in onze hostel, waarna iedereen wat anders ging doen; we hadden immers een vrije dag.
Dinsdag:
Op de dinsdag vlogen we weer terug naar Nederland. Het was een lange reis, we vertrokken namelijk om half 9 vanuit ons hostel en we waren  rond half 7 terug in Bilthoven.

Terugblik:
Tijdens het schrijven van dit stuk is ons beiden iets opgevallen.  Naarmate de studiereis vorderde, hoe hechter de groep is geworden. Tijdens de reis krijg je natuurlijk de mogelijkheid elkaar beter te leren kennen en alhoewel wij een groot gedeelte van de jongens al erg lang kennen, zijn er ook leden die we eigenlijk alleen in de les zagen. Wij denken dat deze studiereis daar in grote mate verandering in heeft gebracht. Om een week lang met ca. 25 man onder één dak te verblijven kan zorgen voor lastige situaties (kijk maar naar Frankrijk op het WK 2010). Bij ons was dit absoluut niet het geval. Of het nou regende of juist niet, iedereen vond het een erg leuke en zeer geslaagde studiereis. Bij deze willen wij de mogelijkheid dan ook nemen om namens iedereen de organisatoren van deze excursie (Hane Ahmed en alle mensen die hem hebben geholpen) te danken voor hun inzet en moeite.

Geschiedenis van het Dolmabahçe-paleis

Op de Europese oever van de Bosporus ligt de wijk Dolmabahçe. Daar waar nu het Dolmabahçe-paleis ligt was 250 tot 300 jaar terug niets behalve een baai. Rond 1603-1617 vulde Sultan Ahmet de 1ste deze baai met zand en stenen. Hij was overigens ook de bouwer van de Blauwe Moskee die zich ook in Istanbul bevindt. Hierdoor kreeg het de naam “Dolmabahçe” wat letterlijk gevulde tuin betekent.
Onder Sultan Ahmet de 3de (1703-1730) werden de hier aanwezige gehouwen omsloten door een muur. Sultan Abdul Majid (1839-1861) liet het huidige paleis bouwen. Hiervoor hebben wel enkele paviljoens afgebroken moeten worden om ruimte te maken voor het enorme bouwwerk.
Het nieuwe paleis, gebouwd tussen 1842 en 1856, bestond uit een hoofdgebouw, omringd door enkele aangrenzende gebouwen. Het werd gebouwd toen het Osmaanse Rijk bijna ten einde was, daarom financierde de sultan het paleis met leningen van buitenlandse banken. Sultan Abdul Majid verliet het Topkapi-Paleis en betrok het Dolmabahçe-paleis.
Mehmet Resad V trad in 1909 aan als Sultan en liet het paleis grondig renoveren en trok erin. Zijn opvolger Vahdettin (1918-1922) gebruikte het twee jaar als zetel maar verhuisde daarna naar bet Yildiz Paleis. Toen in 1922 het sultanaat werd afgeschaft, installeerde Abdul Majid zich als kalief in bet Dolmabahçe-paleis. Uiteindelijk werd ook het kalifaat afgeschaft in 1924 en werd het paleis staatseigendom.
Vele Turkse en Europese kunstenaars werkten mee aan de bouw van dit paleis, waarvan de leiding in handen was van de architect Gabaret Balyan en zijn assistent Nikogos Balyan. De laatste met een Europese opleiding was verantwoordelijk voor de grote zaal, de toegangspoorten en de privévertrekken van de Sultan.
Het centrum van het paleis wordt gevormd door de troonzaal, met de indrukwekkende hoogte van 36 meter, in totaal bezit het 14.595 m2 grote complex, 285 kamers, 43 zalen, 6 badkamers en 6 balkons. De stijl is een mengeling van barok, rococo en empire, zowel aan de buiten- als aan de binnenzijde.Het meubilair komt voor het grootste deel uit Europa en werd daar veelal speciaal voor het paleis gemaakt. Sommige meubelstukken werden geschonken door Europese en Oosterse naties. Het meubilair in de vele kamers en zalen heeft dus ook vetschillende stijlen.Klokken vormen een belangrijk deel van de aankleding van het interieur en het paleis heeft ca. 600 schilderijen, gemaakt door 120 verschillende meesters. Het paleis was getuige van een groot aantal belangrijke politieke gebeurtenissen in de moderne geschiedenis van Turkije. In 1877 werd in de troonzaal het eerste parlement beëdigd en in 1932 vond hier het eerste Turkse congres, onder leiding van Attatürk plaats.
Bij het betreden van het paleis komt men eerst in de ontvangstruimte. Hier is ook direct de zogenaamde glazen trap te bewonderen. Deze trap is gemaakt van Baccarat Kristal en koper, de leuningen zijn van mahoniehout. Wanneer men zich door deze trap naar boven laat leiden komt men uit in de Süfersalon, hier moesten vroeger ambassadeurs op audiëntie bij sultan wachten, overigens een van de meest luxueuze zalen in het Paleis. Op deze etage bevindt zich ook de Rode Kamer, hier ontving de sultan ambassadeurs. De rondleiding door het paleis gaat door allerlei prachtige salons die je naar de magnifieke troonzaal brengen. Deze fraaie zaal bood plaats aan 2500 gasten. De kroonluchter, gemaakt in Engeland, zou de zwaarste ter zijn.

 

Soufian Ahdi & Ali Diouri
DSC03957DSC04013DSC04034DSC04084DSC04163DSC04199DSC04216DSC04217DSC04263DSC04323DSC04340istambul2010_023istambul2010_040DSC04195DSC03856DSC03673DSC03601

DSC03587